Brand beveiliging
De brandmeldcentrale (BMC), het centrale hart van de brandmeld of ontruimingsinstallatie.
Hierin is de techniek en intelligentie verwerkt van de beveiliging, noodstroom, sturingen, bediening en informatie aan de gebruiker.
Het paneel of BMC waarop de bediening en uitlezing plaats vindt is zichtbaar aanwezig in de ruimte waar brandweer of gebruiker binnen komt; dit is veelal de centrale entree.
De opbouw van het brandalarm of ontruimingsinstallatie wordt door een PVE deskundige vastgelegd en omschreven in het PVE (programma van eisen).
Na goedkeuring door alle betrokken partijen kan aanvang gemaakt worden met de uitvoer van de installatie.
Het branddetectiebedrijf levert en draagt verantwoording over de installatie materialen, de installatiedeskundige voert het installatiewerk uit op de locatie,
en zal veelal samen met het branddetectie bedrijf de installatie opleveren en eventueel certificeren.
Hierin is de techniek en intelligentie verwerkt van de beveiliging, noodstroom, sturingen, bediening en informatie aan de gebruiker.
Het paneel of BMC waarop de bediening en uitlezing plaats vindt is zichtbaar aanwezig in de ruimte waar brandweer of gebruiker binnen komt; dit is veelal de centrale entree.
De opbouw van het brandalarm of ontruimingsinstallatie wordt door een PVE deskundige vastgelegd en omschreven in het PVE (programma van eisen).
Na goedkeuring door alle betrokken partijen kan aanvang gemaakt worden met de uitvoer van de installatie.
Het branddetectiebedrijf levert en draagt verantwoording over de installatie materialen, de installatiedeskundige voert het installatiewerk uit op de locatie,
en zal veelal samen met het branddetectie bedrijf de installatie opleveren en eventueel certificeren.
Hoe te handelen bij brand of ontruiming is afgestemd op de risico’s in het pand of gebouw.
Algemeen kan worden gezegd; volg de instructies op van aanwezig personeel of verlaat het pand op een beheerste manier volgens de aangegeven of bekende route naar de dichtstbijzijnde uitgang,
mits de beginnende brand of andere reden voor ontruimen niet op een verantwoorde manier te verhelpen is.
Verzamel buiten op de afgesproken of aangewezen verzamelplaats. Controleer gezamenlijk of iedereen veilig het pand heeft kunnen verlaten en dat er niemand is achtergebleven.
Het is van belang personeel vertrouwd te maken met verschillende scenario’s van calamiteiten en de acties daarop te oefenen. Dit om te leren en vertrouwd te raken met deze oefenacties.
Algemeen kan worden gezegd; volg de instructies op van aanwezig personeel of verlaat het pand op een beheerste manier volgens de aangegeven of bekende route naar de dichtstbijzijnde uitgang,
mits de beginnende brand of andere reden voor ontruimen niet op een verantwoorde manier te verhelpen is.
Verzamel buiten op de afgesproken of aangewezen verzamelplaats. Controleer gezamenlijk of iedereen veilig het pand heeft kunnen verlaten en dat er niemand is achtergebleven.
Het is van belang personeel vertrouwd te maken met verschillende scenario’s van calamiteiten en de acties daarop te oefenen. Dit om te leren en vertrouwd te raken met deze oefenacties.
Deze melders hebben tot doel in een zo vroeg mogelijk stadium een brand te signaleren om een beginnende brand te melden, of een ontruiming te starten.
Veel voorkomende melders zijn de optische rookmelder, thermo differentiaal melder, thermo maximaal melder, enz.
De rode led lampjes op de AM en in de nevenindicatoren hebben tot doel de route naar de melder die het alarm geactiveerd heeft te vergemakkelijken/versnellen
en als ondersteuning voor de brandweer om zo snel als mogelijk en verantwoord bij de brand te komen om deze te kunnen blussen.
Veel voorkomende melders zijn de optische rookmelder, thermo differentiaal melder, thermo maximaal melder, enz.
De rode led lampjes op de AM en in de nevenindicatoren hebben tot doel de route naar de melder die het alarm geactiveerd heeft te vergemakkelijken/versnellen
en als ondersteuning voor de brandweer om zo snel als mogelijk en verantwoord bij de brand te komen om deze te kunnen blussen.
Deze melders kunnen handmatig geactiveerd worden door het indrukken van het ruitje.
De handmelders zijn veelal te vinden nabij brandblus middelen zoals de brandblusslang of binnen 30 meter van elkaar op bereikbare plaatsen.
Ook de hoogte van de melders is belangrijk zodat bijvoorbeeld ook rolstoelgebruikers de mogelijkheid hebben om de melder te drukken.
De handmelders zijn veelal te vinden nabij brandblus middelen zoals de brandblusslang of binnen 30 meter van elkaar op bereikbare plaatsen.
Ook de hoogte van de melders is belangrijk zodat bijvoorbeeld ook rolstoelgebruikers de mogelijkheid hebben om de melder te drukken.
De SW alarmgevers hebben tot taak via geluid een beginnende brand of ontruiming aan te kondigen.
In een meer lawaaiige omgeving kan de slow-whoop alarmgever gecombineerd zijn met een rode flitslamp om aan te geven dat er een brand of calamiteit is.
In een meer lawaaiige omgeving kan de slow-whoop alarmgever gecombineerd zijn met een rode flitslamp om aan te geven dat er een brand of calamiteit is.
Om visueel aan te geven dat er een brand of ontruiming plaats vindt en kan zowel in meerder
ruimtes of locaties zijn aangebracht met het doel aanwezigen in het pand te attenderen op een calamiteit.
Om te voorkomen dat b.v. brand of rook makkelijk van de ene naar de andere afdeling overslaat wordt een pand opgedeeld in compartimenten.
Om te voorkomen dat deuren open blijven staan en het compartiment niet meer veilig is, of zijn functie kan vervullen: nl. de brand of rook compartimenteren,
wordt er gebruikgemaakt van brandwerende scheidingen. Deze brandwerende scheidingen sluiten bij een calamiteit door de sturing vanuit de brandmeldcentrale,
wat resulteert in een veilige/vertragende of dichte afscheiding.
Ook een lift kan naar een veilige positie of open positie gebracht worden,
om te voorkomen dat men in de lift opgesloten raakt of op de verdieping uitkomt waar de brand of calamiteit is.
Afhankelijk van te verwachten risico’s wordt ventilatie in of juist uitgeschakeld om b.v. te voorkomen dat verontreinigde lucht van buiten of in het pand verspreid wordt naar nog schone niet verontreinigde ruimten.
Soms wordt er voor gekozen om juist de ventilatie te starten om rook af te zuigen zodat er gemakkelijker ontruimt kan worden en er een beter zicht is voor het vinden van een uitgang.
eraard kan dit ook in combinaties worden toegepast.
Om te voorkomen dat deuren open blijven staan en het compartiment niet meer veilig is, of zijn functie kan vervullen: nl. de brand of rook compartimenteren,
wordt er gebruikgemaakt van brandwerende scheidingen. Deze brandwerende scheidingen sluiten bij een calamiteit door de sturing vanuit de brandmeldcentrale,
wat resulteert in een veilige/vertragende of dichte afscheiding.
Ook een lift kan naar een veilige positie of open positie gebracht worden,
om te voorkomen dat men in de lift opgesloten raakt of op de verdieping uitkomt waar de brand of calamiteit is.
Afhankelijk van te verwachten risico’s wordt ventilatie in of juist uitgeschakeld om b.v. te voorkomen dat verontreinigde lucht van buiten of in het pand verspreid wordt naar nog schone niet verontreinigde ruimten.
Soms wordt er voor gekozen om juist de ventilatie te starten om rook af te zuigen zodat er gemakkelijker ontruimt kan worden en er een beter zicht is voor het vinden van een uitgang.
eraard kan dit ook in combinaties worden toegepast.